+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Johannes
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 69 %
Joh. 8
8:46
Wie 1) van jullie verwijt mij een zonde 2)?
Als ik waarheid 3) spreek,
waarom geloven jullie 4) mij dan niet?
47
Wie uit 5) God is geeft gehoor aan 6) de woorden van deze God —
dáárom 7) geven jullie er geen gehoor aan:
omdat jullie niet uit God zijn!
48 De Judeeërs 8) antwoordden en zeiden 9) tegen hem:
Zeggen wij niet terecht
dat u een Samaritaan bent
en een demon hebt?
50 Jezus antwoordde 10):
Ik heb geen demon,
maar ik eer mijn vader
en jullie onteren mij!
Maar ik zoek niet mijn eigen heerlijkheid 11) -
er is iemand die zoekt en oordeelt… 12)
51
Amen, amen, ik zeg jullie:
als iemand mijn woord bewaart
zal hij geen dood aanschouwen, niet tot in eeuwigheid 13)!
52 De Judeeërs zeiden tegen hem:
Nu onderkennen wij dat u een demon hebt!
Abraham is gestorven, en de profeten ook —
en u zegt:
als iemand 14) mijn woord bewaart
zal hij geen dood proeven, niet tot in eeuwigheid!
53
U bent toch niet groter dan onze vader Abraham die gestorven is?!
En ook de profeten zijn gestorven…!
Wie maakt u van uzelf 15)?
54 Jezus antwoordde:
Als ik mijzelf verheerlijk,
is mijn heerlijkheid niets.
Het is mijn vader die mij verheerlijkt,
van wie jullie zeggen: die is onze God!
55
En jullie kennen Hem niet,
maar ik weet van Hem!
Als ik zeg dat ik niet van Hem weet,
zal ik net als jullie een leugenaar zijn!
Maar ik weet van Hem
en ik bewaar zijn woord.
56
Abraham, jullie vader, bejubelde het zien van mijn dag 16),
en hij zag 17) die en verheugde zich.
57 Toen zeiden de Judeeërs tegen hem:
U bent nog geen vijftig jaar
en hebt Abraham gezien?!
58 Jezus zei tegen hen:
Amen, amen, ik zeg jullie:
voordat Abraham geboren werd ben ik… 18)!
59 Toen pakten ze stenen op om naar hem te gooien.
Maar Jezus verborg zich 19)
en

1vertaling van Harry Pals
2zo Naardense Bijbel
3NBV `de waarheid´
4met nadruk apart zo aangeduid, geeft de felheid van de dialoog weer; daarom cursief, ook in het vervolg
5NBV `van´; is toch iets anders
6zo NB
7laat NBV weg, maakt de retoriek zwakker
8ik volg hier voorlopig het voorstel van Pieter Oussoren, geeft minder aanleiding tot het misverstand van jodenhaat
9beide woorden samen door de NBV vervangen door `riepen´, waarom zo´n ingreep?
10NBV `zei´
11de NBV vertaalt `timan´ en `doxa´ allebei met `eer´/´eren´
12de NBV parafraseert hier, moet misschien ook wel
13in de NBV wordt `aioon´ afgevlakt tot `nooit´
14de NBV verbreekt de bijna-parallellie met Jezus´ woorden
15zo NB; de NBV gebruikt `denken´, is minder actief
16NBV `komst´ — maar als Johannes dat had willen zeggen had hij dat wel geschreven
17NBV `meemaakte´, verliest het lijfelijke en de link met `zien´ in vs. 57
18zonder het `er´ van de NBV wordt het krachtiger
19`verbergen´ verdwijnt in de NBV